De acties en ideeën van ‘gewone mensen’ hebben de geschiedenis van ons land beïnvloed. Dr. Lisa Demets (Universiteit Utrecht/ UGent) en Prof. Jelle Haemers (KU Leuven) betreuren dat Bart Van Loo vooral focust op de ‘grote mannen’.
'Als de Bourgondiërs nu eens hadden gewonnen?', redeneerde Bart Van Loo in De Standaard der Letteren afgelopen weekend, dan leefden we nu in de Verenigde Staten van Bourgondië. Zijn 'alternatieve geschiedenis', over hoe de Bourgondische geschiedenis had kunnen lopen, mondde uit in een interessante denkpiste, maar vertrekt vanuit een visie die historici al een tijdje niet meer aanhangen. De rol die Van Loo aan 'grote mannen' in het verleden toedicht, verhindert namelijk een aanvaardbare interpretatie van de geschiedenis. Daarmee haakt hij in op een populaire, maar een amper wetenschappelijke tendens om het verleden te reduceren tot een verhaal van winnaars en verliezers. Waarom stoorden we ons als historici aan de uitkomst van zijn 'alternatieve geschiedenis'?
Eerst de feiten en hun alternatief. In 1477 vond er te Nancy een fatale veldslag plaats tussen troepen van de Franse koning en die van Karel de Stoute, de hertog van Bourgondië en tevens heerser over het grootste stuk van de Nederlanden. Karel liet het leven bij deze confrontatie, en bijgevolg was de kans verkeken om het hertogdom Bourgondië ook territoriaal met de Nederlanden te verbinden. De gebiedsuitbreidingen van zijn vader Filips de Goede, die onder meer de noordelijke gewesten Vlaanderen en Brabant met het zuidelijker gelegen hertogdom Bourgondië onder zijn persoon had verenigd, wou Karel aanvullen met de verovering van het tussenliggende Lotharingen. In 1477 echter won de Franse koning Lodewijk XI het pleit, voegde Bourgondië (voorgoed) toe aan het kroondomein, en deed Karels droom van een 'verenigd' koninkrijk bloedig uiteenspatten.
Wat als?
Van Loo draaide de rollen om en schreef een uitdagende 'counterfactual history' of 'tegenfeitelijke geschiedenis'. Zijn verhaal ondermijnt de vanzelfsprekendheid van het verleden door middel van de introductie van een denkbeeldige gebeurtenis:hij laat Karel winnen en het koninkrijk Frankrijk annexeren. Dat 'tegenfeitelijk' denkproces kun je reduceren tot de vraag: wat als?
Historici beoefenen dit genre al langer, want om de samenhang van de geschiedenis te begrijpen, moeten ze het antwoord leveren op de vraag waarom alternatieve scenario's het niet gehaald hebben. De samenstellers van Het land dat nooit was (2015), over hoe anders de geschiedenis van België er had kunnen uitzien, stippen echter aan dat een van de grootste kritieken op 'tegenfeitelijke geschiedschrijving' de te grote focus is op de rol van 'grote mannen'.
Geen loze oefening
Dat Van Loo wil aantonen dat het evengoed anders had kunnen lopen, is op zich lovenswaardig. In deze tijden van toenemende canonisatie van de geschiedenis is dat geen loze oefening. Helaas ontwijkt hij de klassieke val niet. Dat Karel er persoonlijk in zou slagen om Frankrijk in te nemen, is betwijfelbaar. Opvallend is dat Van Loo hier namelijk, net zoals in zijn bestseller De Bourgondiërs, de retoriek van de middeleeuwse geschiedschrijvers kritiekloos overneemt. Gebeurtenissen herleiden tot één onfortuinlijke beslissing of de geconstrueerde karaktertrek van de vorst, is een gekende strategie van de kroniekschrijvers van toen. Het beeld van de ‘stoutmoedige’ of ‘roekeloze’ Karel werd uiteraard pas na zijn dood gecreëerd om zijn nederlaag te verklaren en rechtvaardigen.
Wat nog meer ontgoochelt, is de manier waarop Van Loo het alternatief invult. Elke geschiedschrijver is uiteraard vrij om accenten in zijn/haar verhaal te leggen, maar Van Loo veronachtzaamt belangrijke wetenschappelijke inzichten over deze periode. Onderzoek heeft aangetoond dat de politieke geschiedenis van de Bourgondische gewesten cruciaal beïnvloed is door de rol van de onderdanen. De Vlamingen en Brabanders zouden de annexatie van Frankrijk nooit aanvaard hebben, zoals het wél in Van Loos tegengeschiedenis gaat. Karel had eenvoudigweg het recht niet om de Franse koning af te zetten, waardoor zijn onderdanen hem niet gesteund zouden hebben in zijn beslissende veldslag te Nancy. Meer zelfs, het gros van hen voerde al jaren verzet tegen diens oorlogen.
Dan liever de Franse koning
'Vlaamse strijdkrachten bezorgen de Bourgondische vorst een klinkende overwinning', luidt het daarentegen in Van Loos alternatieve 'einde'. Een mooie krantenkop, maar de historische werkelijkheid is dat die Vlamingen Karels nederlaag te Nancy net in de hand gewerkt hebben. In de jaren voor de veldslag hadden ze meermaals kritiek geuit op zijn militaire offensieven: te geldverslindend, te weinig in hun belang. De Vlaamse steden weigerden in 1476 nog langer troepen en materiaal te leveren om Karel bij te staan. Edellieden en kerkelijke hoogwaardigheidbekleders reageerden ontstemd toen Karel ook bij hen belastingen wou heffen om zijn veldslagen te financieren. Daardoor had hij niet voldoende middelen om de Franse koning een zware slag toe te brengen.
Ook de reactie op Karels dood spreekt boekdelen. De onderdanen dwongen zijn opvolgster, Maria van Bourgondië, meteen om te beloven dat zij nooit meer een oorlog zou voeren zonder toestemming van de Staten-Generaal. Bovendien rekenden de adel en de steden af met Karels medestanders: de Bourgondische kanselier die het verzet tegen de oorlog de kop had ingedrukt, belandde op het schavot. Tegen die achtergrond is het erg onwaarschijnlijk dat Vlaamse legers een onrechtmatige strijd tegen de Franse koning gesteund zouden hebben.
Na Karels dood ijverden de Vlaamse steden voor een huwelijk tussen erfprinses Maria en de Franse kroonprins. Om het tegenfeitelijke redeneren in extremis door te trekken: als het aan hen had gelegen, nam de Franse koning het over in Vlaanderen. En niet andersom.
Is de discussie over Karels nederlaag een spielerei van historici? Volgens ons niet. De miskenning van de rol van onderdanen in het verleden is een ernstig gebrek, zowel in een counterfactual history, als in de populaire geschiedschrijving. Hoewel de geschiedenis veel richtingen had kunnen uitgaan, heeft ze zich laten leiden door economische wetmatigheden, heersende principes van het recht, bredere culturele denkpatronen, enzovoort. Dat de handelingen en ideeën van 'gewone mensen' hierin cruciaal waren, dat wij de geschiedenis, en de ontwikkelingen van staten gestuurd hebben, en nog kunnen steeds beïnvloeden, is daarbij een breed erkend feitelijk gegeven onder historici. Het alternatief van de Verenigde Bourgondische Staten is dat niet.