Dit artikel van auteur André Grosemans verscheen origineel in de gedrukte weekendbijlage van Het Nieuwsblad op 20/03/2021. De gebruikte afbeeldingen in dit artikel op Medieval / Modern zijn publiek domein.
Voor Bourgondische en vroeg-Habsburgse vorsten was Mechelen een belangrijk politiek en cultureel knooppunt, maar ook een pedagogisch centrum waar generaties prinsen en prinsessen hun kindertijd doorbrachten. Een tentoonstelling in Hof van Busleyden vertelt dit boeiende verhaal.
Als Filips de Schone in 1506 overlijdt, wordt zijn vrouw, Johanna van Castilië, ontoerekeningsvatbaar verklaard. Hun vier kinderen, onder wie de latere keizer Karel, worden onder voogdij geplaatst bij hun tante Margareta van Oostenrijk aan het Hof van Kamerijk in Mechelen. Dat is een gezagsgetrouwe, rustige en veilige stad in een periode van opstanden tegen keizer Maximiliaan van Oostenrijk in de Nederlanden. Filips en Margareta zijn er trouwens zelf opgegroeid. De pedagogische uitstraling is zo groot dat vooraanstaande families uit heel Europa hun kroost sturen. Daar is ook Anne Boleyn bij, de toekomstige Engelse koningin. Ze genieten in Mechelen van een opvoeding van hoog niveau, zodat ze goed voorbereid zijn op de verantwoordelijkheden die ze zullen krijgen.
Gerestaureerd
Deze geschiedenis wordt verteld in de expo Kinderen van de Renaissance. Aan de hand van kunstwerken, boeken, brieven, juwelen en gebruiksvoorwerpen krijg je inzicht in het onderwijs van een geprivilegieerde elite op de overgang tussen de middeleeuwen en de moderne tijd. Curator Samuel Mareel heeft meer dan twee jaar gewerkt aan deze expositie, maar het idee leefde veel langer. Toen hij nog aan de Gentse universiteit onderzoek deed naar de beeldvorming rond de Bourgondische en Habsburgse vorsten, wou hij al een tentoonstelling maken over de Mechelse opleiding van de prinsen en prinsessen.
“Een aantal stukken die je hier kan bewonderen zijn nog altijd in het bezit van de stad Mechelen. Sommige werden speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd. Daarnaast zien we veel bruiklenen uit binnen- en buitenland, bijvoorbeeld uit het Kunsthistorisches Museum in Wenen, maar ook uit andere oorden gezien het erfgoed van Bourgondiërs en Habsburgers over heel Europa verspreid raakte. Zo hangen er twee geschilderde kinderportretten die eigendom zijn van de Britse koningin. Een daarvan bevindt zich al sinds de zestiende eeuw in haar collectie” - Samuel Mareel, curator en gastprof UGent
Huwelijksbureau
De meest prominente schilders uit die tijd, zoals Jan Gossart en Pieter van Coninxloo, kregen de opdracht de kinderen aan het hof in Mechelen te schilderen. Dat kan niet gezien worden als een voorloper van de klasfoto's. De schilderijen waren onder meer een aandenken aan ex-leerlingen voor Margareta, maar ze speelden vooral een rol in het huwelijksbureau dat ze runde. Een trouw was een manier om macht en eigendom te verwerven en werd voorafgegaan door soms lange onderhandelingen. Daarbij werden de portretten ingezet om aan te tonen welk vlees men in de kuip had. Fotoshoppen bestond toen blijkbaar ook al.
“We kunnen ons afvragen of ze er werkelijk zo uitzagen. De schilders moffelden onvolkomenheden weg en beeldden hun modellen mooier af. Zo werd onder meer de vooruitstekende onderkaak, een typische trek van de Habsburgers,
weggewerkt.” - Curator Samuel Mareel
Bijna alle prinsen en prinsessen raakten tijdens hun verblijf in Mechelen verloofd, vaak op jonge leeftijd en niet zelden meer dan één keer. “Het was een politiek spel en als een nakend huwelijk plots minder goed uitkwam, werd de verloving verbroken. Karel V is liefst zeven keer verloofd geweest. Zijn zus, Maria van Hongarije, werd zelfs toegewezen aan een ongeboren prins.” De kinderen staan niet vrolijk lachend op de schilderijen. Vond ze poseren saai of waren ze ongelukkig? “Geen van beide”, antwoordt de curator. “Dat was een opgelegde houding. Ze moesten prestige en waardigheid uitstralen.”
Muzieklessen
De vakken waarin ze onderricht kregen, verschilden weinig van wat kinderen nu op school leren. Frans was de voertaal, maar daarnaast werden ook Nederlands, Duits, Spaans en Latijn onderwezen. Er werd veel aandacht besteed aan geschiedenislessen. Ze moesten zich bewust zijn van hun roemrijk verleden. “Natuurlijk werd hen ook politiek bijgebracht, de manier waarop een staat functioneert. Zelfs de ideeën van het opkomende humanisme kwamen aan bod. Er werd ook tijd gemaakt voor muzische vorming, zoals tekenen, dansen en vooral muziek maken. Organist Hendrik Bredemers werd naar het hof gehaald om de kinderen aan het klavier bij te staan. En de bekende Vlaamse polyfonist Josquin Desprez lijkt te zijn langsgekomen om muziekles te geven.” Etiquette behoorde ook tot de eindtermen. De prinsen werd bijgebracht hoe ze bepaalde mensen moesten aanspreken en hoe ze zich moesten gedragen aan tafel. Naast de intellectuele vorming stond de lichamelijke ontwikkeling. Die was doordrongen van de riddercultuur met paardrijden, valkenjacht en steekspelen. Volgens Samuel Mareel was de opleiding van de meisjes even hoogstaand als die van de jongens. “Ze zijn bijna allemaal koningin geworden. Het waren kunstminnende, belezen, meertalige, kortom heel ontwikkelde vrouwen en dat kwam voort uit hun opvoeding in Mechelen, die trouwens gestuurd werd door twee vrouwen: Margareta van York en Margareta van Oostenrijk.”
Tinnen riddertjes
Dat er ook ruimte was voor ontspanning zien we op enkele prenten van spelende kinderen. Er was bijvoorbeeld een kaatsbaan aangelegd. Samuel Mareel is heel blij dat hij enkele bijzondere stukken speelgoed uit het begin van de zestiende eeuw kan exposeren: “Daar zijn twee tinnen riddertjes te paard bij. Met een soort elastiek kan je ze op elkaar afsturen tot ze hun lansen breken. Er is ook een klein kanon dat echt kon worden afgevuurd.” Een bijzonder stuk op de tentoonstelling is een uit Wenen overgebracht kinderharnas dat opa Maximiliaan liet maken voor kleinzoon Karel. “Zo'n harnas kostte evenveel als een stevig huis in de stad”, verduidelijkt de curator. “Het is uitgevoerd in staal, maar ziet eruit als een kostuum van lichte stof.” Gevraagd naar argumenten om bezoekers enthousiast te maken, weet Samuel Mareel er wel enkele uit zijn mouw te schudden:
“Vooreerst is er de unieke verzameling van ontzettend bijzondere kinderportretten. Een audiogids geeft daarbij op een prikkelende, verhelderende en breed toegankelijke manier duiding. Specialisten leggen de link tussen het verhaal van de expo en de wereld van vandaag. Er is ook een familieparcours met allerlei speelse opdrachten. Een meerwaarde die Mechelen biedt, is dat veel van de gebouwen waar die kinderen verbleven nog altijd bestaan. Je kan langs de gevel van het Hof van Kamerijk wandelen, het paleis van Margareta van Oostenrijk staat er nog bijna helemaal, de Grote Markt ziet er voor een groot stuk uit zoals toen. Visit Mechelen ontwikkelde een app met een wandelroute langs de voornaamste locaties.”
De tentoonstelling 'Kinderen van de Renaissance' loopt van 26 maart tot 4 juli 2021 in het Museum Hof van Busleyden in Mechelen. Voor openingstijden en meer info, zie www.hofvanbusleyden.be